De Hoge Raad der Nederlanden is de hoogste rechter in Nederland op het gebied van het civiele-, straf- en belastingrecht. Voor het civiele- en strafrecht is hij dat tevens voor Aruba, Curaçao, Sint Maarten en Bonaire, Saba en Sint Eustatius. De Hoge Raad is cassatierechter. Dit betekent dat een beroep bij de Hoge Raad geen gewoon hoger beroep is. De feiten in een zaak worden door de Hoge Raad niet opnieuw onderzocht. De Hoge Raad baseert zich op de feiten zoals die zijn vastgesteld door het gerechtshof. De Hoge Raad toetst of het gerechtshof - en in voorkomende gevallen de rechtbank - in zijn uitspraak het recht juist heeft geïnterpreteerd en toegepast en of de betreffende uitspraak voldoende en begrijpelijk is gemotiveerd. De cassatieprocedure is er op gericht de rechtseenheid, rechtsontwikkeling en rechtsbescherming te bevorderen en te verzekeren.
Aan de Hoge Raad is een parket verbonden, waarvan advocaten-generaal en de (plaatsvervangend) procureur-generaal deel uitmaken. De voornaamste taak van het parket is het geven van rechtsgeleerde adviezen, zogenoemde conclusies, aan de Hoge Raad. Het parket is onafhankelijk en wordt geleid door de procureur-generaal. De conclusies worden door de advocaten-generaal (AG’s) namens de procureur-generaal genomen.
De organisatie van raad en parket is gebaseerd op het onderscheid in de drie rechtsgebieden, die de cassatierechtspraak van de Hoge Raad beslaat: het burgerlijk recht, het strafrecht en het belastingrecht.